Een besluit
Met mijn speciaal aangeschafte schrift ga ik achter de eetkamertafel zitten. Het is tijd om op zoek te gaan naar mijn passie. Ik vind het allemaal nogal overdreven klinken: volg je passie, leef je gave, toon je talent. Maar dat hoort dan ook wel weer bij zelfhulpboekentaal heb ik ontdekt. Die moet je maar niet zo serieus nemen. De termen voor lief nemen. En net als veel in het leven relativeren.
Eigenlijk is het gewoon stilstaan bij mezelf, zien dat er nog steeds kansen en mogelijkheden zijn en daar mijn doelen en verlangens op afstemmen. Het schijnt voor velen een zoektocht te zijn om te weten wat echt bij je past. Te weten wat je kan en wil.
De vraag: Wat deed je als kind van een jaar of tien het liefst? schijnt een belangrijke vraag te zijn bij het ontdekken van je gave. Iets dat je graag doet, zit vaak al levenslang in je. Als kind doe je gewoon wat je prettig vindt. Als kind denk je niet na, je doet gewoon wat je leuk vindt. Dus moet ik op zoek naar wat mij als meisje van tien gelukkig maakte. Ik hoef niet lang te zoeken en te graven. Eigenlijk weet ik het gewoon. Schrijven, lezen en schrijven. Altijd bezig met een nieuw gedicht of verhaal. Van mijn gedichtjes maakte ik ook een soort liedjes. Helaas had ik een vreselijk handschrift. Dus al was het gedichtje wel goed gelukt dan stonden die hanenpoten me altijd wel tegen. Gelukkig is mijn handschrift wel beter geworden na de pabo-schrijflessen. Ik ben blij dat mijn zoons, die met hetzelfde slechte handschrift gezegend zijn, alles netjes en strak op hun scherm zien verschijnen.
Toen ik tien jaar was ging ik op de woensdagmiddag soms wel twee keer naar de bibliotheek.
Waar mijn uitgezochte boeken door de bibliotheekjuf werden genoteerd en binnenin een stempel kregen met de uiterlijke datum van terugbrengen. Zielsgelukkig reed ik daarna weer op mijn fietsje naar huis. Om mezelf in boeken te verliezen.
Ik heb zelfs meteen na de pabo mijn middenstandsdiploma gehaald. Want nee, lesgeven dat zou ik nóóóit tot aan mijn 65ste jaar gaan doen. Een zure, oude schooljuf worden? Eeuwig lesgeven? Ondenkbaar. Ooit zou ik mijn eigen kinderboekenwinkel gaan beginnen. De kinderboekenwinkel, tsja, helaas, dat zie ik er niet meer van komen. Maar als bejaarde juf voor de klas daar hoef ik niet meer bang voor te zijn. Dat probleem is vanzelf opgelost. Een geluk bij een ongeluk zoals dat heet. Maar lezen en schrijven is geen enkel probleem. Dat kan ik nog steeds. Diep van binnen weet ik ook, ik hoop maar dat het niet te zweverig klinkt, dat mijn geluk thuis ligt. Ons huis, dat met veel liefde en aandacht is ingericht, is mijn plekje op de wereld. Het betekent zoveel meer dan alleen een dak boven mijn hoofd hebben. Mijn hart en ziel. Hier mag ik wonen met de mensen die mij zo lief zijn. Hier hebben wij ons eigen veilige plekje op de wereld gecreëerd. Mag ik me terugtrekken uit de grote prikkelende buitenwereld. Voor mij geen avontuurlijke veranderingen. Mijn lijf en geest geven aan dat het thuis moet gebeuren! Wil ik er niet te veel, te lang over nadenken. Het allemaal niet zo zwaar en gewichtig maken. Ik weet dat mijn tijd, energie en middelen beperkt zijn. Ik kijk wat er binnen mijn bereik ligt en ga ervan uit dat er nog steeds plaats in mijn leven is om voor iets te gaan wat ik echt wil. Het doet me goed dat ik door al mijn twijfels en angst heen, diep van binnen, nog steeds de dingen kan vinden die ik graag doe. Dat ik dus niet bezig hoef te zijn met een eeuwige zoektocht naar mijn ‘wat’. Gelukkig maar.
Nu zit ik met vier kreten (in keurige letters geschreven, dat dan weer wel) in mijn schrift: lezen, schrijven, gezin en thuis. En besluit daar maar eens een leuke combinatie van te maken!