Het doel

Er zijn honderden boeken geschreven over geluk, ziek zijn, gezin en woninginrichting. Ik wil deze onderwerpen combineren. Een boek schrijven over de inrichting van mijn huis en leven. Iets van: ‘Mijn thuis. Mijn geluk.’ Een boek dat gaat over ons. Ons gezin, ons leven, ons huis, ons geluk. Maar ook over mij. Mijn gehavende hersenpan, mijn zoektocht, mijn gedachtespinsels, mijn zorgen, mijn onzekerheden, angst en paniek. Maar desondanks ook of dankzij alles: mijn leven vol geluk. Een boek van mij voor mijn kinderen. Een boek over ons leven voor later.

Als ik er aan denk dat ik zomaar mag beginnen met het schrijven van dit boek maakt mijn hart een sprongetje. “Geluk komt mee op de rug van een activiteit die je graag doet,” zei Aristoteles al. En zo is het.

Voordat ik het weet, heb ik een nieuwe baan gecreëerd. Heb ik mijn passie, het kietelen van mijn ziel (deze uitdrukking vond ik nog het ergst klinken) gevonden. Gewoon iets wat ik graag, heel graag doe: een thuis maken, lezen, nadenken en schrijven. Ik wil aan de slag, de eerste stap zetten. Als ik te veel na ga denken over het schrijven van een boek, komen de ja-maars te voorschijn. Ik wil me niet door allerlei doemscenario’s tegen laten houden. Dus ga ik niet meer denken, maar doen.

Aan tafel wordt het nieuws goed ontvangen. Zeker als ik vertel dat ik, als ze uit school komen, niet altijd meer thuis zal zijn maar af en toe in de bieb zit. Ik vertel er niet bij dat ik dit tijdstip bewust kies zodat ze soms heerlijk alleen thuis kunnen zijn.

Als Daan vraagt: “Ben je ook een keer tussen de middag weg, mam? Ik wil graag één keer in de week alleen thuis eten.” Lees: met de Ipad op schoot televisiekijken en tussendoor een broodje naar binnen werken. Besef ik dat ook kinderen (vanaf een bepaalde leeftijd) graag af en toe alleen zijn. Tot slot vraagt Lot: “Dus dan ben je nu schrijfster?”

Ik slik even en mompel: “Nou nee, ik schrijf een boek over ons voor jullie om later…” “Schrijfster dus,” is haar reactie. Ik voel het schaamrood naar mijn wangen trekken. Dit klinkt veel te hoogdravend. Stel je voor dat ze dit aan vriendinnen en familie gaat vertellen. Het lijkt wel alsof ik het te hoog in mijn bol heb, dat ook nog de kolder in mijn hersenen is geslagen.

Maar een fractie later kan het me al niets meer schelen. Wat maakt het ook uit wat de rest van de wereld van mij vindt. Ik mag doen wat ik graag wil. Ik heb mijn bestaan voor mezelf weer wat zinvoller, hoopvoller en leuker gemaakt.

En ik bedenk, nu ik het schrijven hardop heb uitgesproken, zij mijn stok achter de deur zijn! Ik besluit dat ik naast mijn gezin extra stokken nodig heb. Ik wil aangeven dat het menens is en vertel het aan meer mensen om mij heen, simpelweg omdat ik dit wil doen en als ik het hardop uitspreek het ook zal gaan doen. Zij zullen zorgen voor aanmoediging en doorzettingsvermogen.

Ook denk ik dat het hardop uitspreken van mijn wens er voor zorgt dat ik alert ben. Oog heb voor de mogelijkheden die me worden geboden. Ik wil de kansen zien die het leven mij biedt om het boek te realiseren. En dan maar zien wat het wordt.