De week van de opvoeding. En ik heb een advies.
De week van de opvoeding. Er wordt aan mij gevraagd of ik, voor in een krantje, een goed advies voor ouders heb. Want met mijn ruim 20 jaar onderwijservaring en moeder van drie ga ik door als deskundige. Een expert. Iemand die wel weet hoe het moet. Sommige mensen kennen mij kwaliteiten en eigenschappen toe die weinig met de realiteit te maken hebben. Dus even dit waar gebeurde verhaaltje van ooit.
Het is in de tijd dat twee van mijn drie kinderen naar dezelfde basisschool gingen als waar ik werkte. Ik ging meestal iets voor achten de deur uit en de kinderen volgden een klein half uurtje later. Ook op deze ochtend trek ik rond deze tijd de deur achter me dicht. Echter halverwege het tuinpad bedenk ik me dat ik Stijn nog niet heb laten weten wat hij vandaag mee mag nemen. De school houdt een inzamelactie voor de voedselbank en in de hal van de school staat een grote tafel waar iedereen de meegebrachte producten mag uitstallen. Ik had bedacht dat ze niet in een keer een tasje vol, maar een week lang iedere ochtend iets mee mochten nemen. Maar wat vandaag dat ‘iets’ moest zijn daar had ik Stijn nog niet van op de hoogte gebracht. Ik draai me om, loop terug en open de voordeur. Ik zet slechts een voet over de drempel en roep: “Stiiijjjn” . Ergens van boven klinkt een “Jaaa” terug. Daarop roep ik iets in de trant van: “Neem jij voor de voedselbank de pindakaas mee? Staat in de kast.” Ik wacht het antwoord niet af en trek de voordeur weer achter me dicht en been kordaat en tevreden (immers alles onder controle) naar mijn werk.
Na de pauze van tien uur lopen mijn collega en ik met achter ons een sliert kinderen vanaf het schoolplein weer naar ons lokaal. “Arien, kijk hoe erg. Dit!” Terwijl ze dit zegt, pakt mijn collega van de voedselbanktafel die we passeren een pot. “Aangebroken, de helft is eruit. Sommige mensen….” zucht ze verontwaardigd. Ik voel het schaamrood naar mijn wangen trekken want ik weet dat wij die ‘sommige mensen’ zijn. “Nee hè?!”, roept mijn collega die van mijn gezicht afleest hoe het zit. Ze duwt mij hard lachend de pot in mijn handen en we verdwijnen in onze lokalen. Terwijl mijn klas wat eet en drinkt ga ik verhaal halen bij mijn zoon. Stijn is zich echter van geen kwaad bewust. Hij had opgevangen: voedselbank, pindakaas, kast. En dat ik met de kast de voorraadkast bedoelde was hem volstrekt onduidelijk.
Nog steeds vraag ik me regelmatig af hoe ik een groep van 30 kinderen draaiende kon houden maar dat ik mijn gezin met slechts drie kinderen niet altijd het hoofd weet te bieden. Dus. Nee, ik weet het echt niet beter dan alle andere moeders. Ik doe vaak ook maar wat. En toch. Ik heb wel een tip. Maak je niet zo druk als het misgaat. Het is vaak niet zo erg. Probeer de humor er van in te zien. Want als alles perfect zou gaan werd het leven uitermate saai. Juist de flaters en blunders zorgen voor verhalen. En die hebben kinderen nodig. Voor later. Verhalen waar ze om moeten lachen en zeggen: “Weet je nog, toen… “
Wat herkenbaar weer. En ja achteraf kan je er om lachen op dat moment vaak niet. Wat me wel opvalt dat de kids andere zaken daarvan onthoud dan ik.
Hai
Is dit een stukje uit je boek? Hoe staat het met je boek, is het al geboren?
Met vriendelijke groet,
Mieke Lustig
Nee, het boek is nog in wording. Zodra dat zo ver is, kom je het absoluut te weten! En dank voor je reactie weer, Mieke!