En kan dit op Facebook?
Ik zit gehurkt naast de vaatwasser zo kan ik de schone borden gelijk in het kastje ernaast schuiven. Naast mij smeert Lot, met haar jas alvast aan, boterhammen voor in haar trommel. “Wat ga jij doen vandaag, mam?” vraagt ze. “Nou, ik denk eerst een stukje schrijven en…” maar ik stop met het vertellen van mijn plannen want Lot onderbreekt mij met nog een vraag: “Als het iets is wat je ook op Facebook zet, denk je dan wel aan onze reputatie?” Ik pak de bestekmand hijs mezelf overeind en laat het bestek rinkelend op het aanrecht vallen. Ik zoek de lepels bij elkaar en leg ze in de bestekbak. Terloops kijk ik even opzij om even te peilen hoe deze vraag bedoeld is. Serieus zo te zien. Ik heb een hoofd waarin altijd allerlei gedachtes rondspoken. En daar moet dus schijnbaar ook nog mijn reputatie op Facebook aan worden toegevoegd. Nu had Lot me al eens eerder aangesproken over mijn Facebookgedrag. Zo waren mijn verhaaltjes, volgens haar, veel te lang. Dat hoorde niet. Na deze opmerking had ik mezelf verdiept in het fenomeen. Want tot twee maanden terug leidde ik een totaal Facebookloos bestaan. En ach misschien was enige kennis rondom dit media wel op zijn plaats. Ik las dat Facebook vooral bedoeld is om de mooie en leuke dingen van je leven te etaleren. Je zet er alleen superleuke evenementen, uitstapjes, foto’s (heel vaak bewerkt zodat je even geen rimpels hebt), goed gelukte maaltijden en fijne aankopen op. En daar is natuurlijk helemaal niks mis mee. Ik klik dan ook vrolijk op ‘vind ik leuk’ of plaats een reactie. Maar het nadeel schijnt te zijn dat daardoor het idee ontstaat dat bij andere mensen het gras zoveel groener is. Deskundige spreken al over het facebookeffect: het feit dat mensen somber worden van social media, omdat je je leven steeds langs de lat legt van de succesvolle foto’s van andere. Met mijn eigen deskundigheid, voor wat het waard is gezien mijn aantal vrienden en mijn periode op Facebook, vul ik de geleerden toch nog even aan. Want ik zie ook genoeg moois langskomen. Oude contacten die opbloeien. Muziek, kunst, nieuws, geschrijf en niet alleen het wel maar ook het wee kan worden gedeeld. En verder is het natuurlijk, zoals zoveel in het leven, heel veel relativeren. Mijn mooie momenten vergeet ik vaak vast te leggen. En de keren dat ik er dan een foto van maak, komt het niet in mij op om deze op Facebook te plaatsen. Bij mij werkt dat simpelweg niet. Ik schrijf liever iets. En plaats dat. Geen idee wat hoort. Ik doe eigenlijk ook maar wat. En wil iemand het niet lezen dan hoeft dat toch niet? Ik bekijk ook niet al die filmpjes die langs komen. Maar mijn reputatie? Op Facebook? Dan schiet me wat te binnen en ik zeg: “Lot, jij bent juist degene die mijn reputatie volledig om zeep heeft geholpen. Weet je nog? Het dansfilmpje?” Er verschijnt gelijk een lach om haar mond en in haar ogen. Ik dans (of misschien is bewegen een beter woord) zo af en toe op muziek door de huiskamer. Ik maak mij geen enkele illusie over mijn danskwaliteiten. En daarom dans ik alleen in het bijzijn van man en kinderen. Thuis. Lot had enige tijd terug, zonder dat ik het wist, het half huppelen van mij op muziek gefilmd en dat op haar Facebook gezet. En ze kwam een klein halfuurtje nadat ze het geplaatst had vol trots vertellen hoe vaak mijn dansje al geliked was. En geloof me geen enkel verhaaltje van mij zal dit record ooit kunnen verbreken. Haar vreugde was echter van korte duur. Want het filmpje moest eraf en wel onmiddellijk. Ik kon niet voorkomen dat diezelfde avond tijdens de diploma uitreiking van Lot een ouder naar mij toekwam en mij toefluisterde dat ze zo enorm genoten had van mijn dansfilmpje. Met het schaamrood op mijn wangen zei ik dat ik even naar het toilet moest. Daar heb ik even een paar keer diep adem gehaald voordat ik mezelf weer durfde te vertonen. “Dus lieve Lot dat juist jij over onze reputatie begint.” “Ja maar mam, foto’s van wasgoed, een vol aanrecht of slechte cijfers dat doet niemand. Echt niet.” antwoordt mijn dochter stellig. Maar ik weet dat ik niet zoveel heb met perfecte plaatjes. Je kan het alleen maar mooi vinden. En dat is toch een beetje saai. Juist de chaos, het niet kloppen, de rafelrandjes en foutjes leveren vaak een glimlach of herkenning op en daar hou ik zo van. Ik wil mezelf en waar ik mee bezig ben niet te serieus nemen. Wat vaker knipogen. Maar dan nog wil ik ook niet alles de wereld ingestuurd hebben. Dus begrijp ik haar en vraag ik: “Vind je het erg?” “Eigenlijk vind ik het wel leuk mam dat je het net anders dan anders doet. Maar er zijn wel grenzen.” Nu ben ik benieuwd. Ik stop met het uitzoeken van het bestek want wat voor een censuur gaat mijn dochter mij opleggen. Lot stopt haar boterhammen in haar trommel, klapt de deksel dicht en zegt: “Een foto van een vieze wc of een vieze badkamer dat kan echt niet.” Opgelucht geef ik haar een knuffel want dat is geen enkele probleem immers vieze wc’s of een vieze badkamer die kennen we in huize Ruwaard niet…
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!